'Ik wist niet eens wat een flat was'
Al meer dan halve eeuw woont mevrouw Verhaar in één van de flats aan de Henriette Bosmansstraat. Deze flats aan de zuidstrook van de Slachthuisbuurt staan op de lijst om gesloopt te worden, dus misschien maakt deze bewoonster zowel de bouw als de sloop van de flats mee. Mevrouw Verhaar maakt zich niet druk: ,,Het zal mijn tijd wel duren."
In 1953 verhuisde mevrouw Verhaar met haar man naar de allereerste flat van Haarlem. ,,Er was toen nog helemaal geen hoogbouw", vertelt de bewoonster van het eerste uur. ,,Mijn oom die bij de woningbouwvereniging werkte, zei dat ik mijzelf in moest laten schrijven, omdat ze flats gingen bouwen in de Slachthuisbuurt. Ik wist niet eens wat een flat was."
Maar in de jaren vijftig kon je wat woningen betreft niet echt kieskeurig zijn. De oorlog had veel gebouwen verwoest, dus woonruimte was behoorlijk schaars. Voor mevrouw Verhaar die na de bruiloft met haar man noodgedwongen acht jaar bij haar ouders inwoonden, was de kleine flat een geschenk uit de hemel. ,,Ik verhuisde van een kleine kamer naar een driekamerflat. Ik wist niet wat mij overkwam. Nu klaagt iedereen dat deze flats veel te klein zijn. Ik wist in 1953 amper wat ik met zoveel ruimte aan moest."
Ze laat tijdens het gesprek diverse keren vallen hoe fijn ze het vindt in haar huisje. ,,Ik heb altijd met heel veel plezier hier gewoond, al zijn er veel dingen veranderd. Toen mijn dochter net geboren was, keek ik in de woonkamer uit over de weilanden. De kleine meid had vanuit haar box uitzicht op de koeien. ,Paardje, paardje’, riep ze dan. Het waren koeien, maar ze riep toentertijd ‘paardje’ bij elk dier wat ze zag", lacht mevrouw Verhaar.
Maar niet alleen de omgeving veranderde. Sommige buurtbewoners vinden dat deze van oorsprong nette flats door de jaren heen behoorlijk verloederd zijn. Er gaan zelfs geruchten dat er in de flat van mevrouw Verhaar een drugsdealer woont en dat er mensen zijn die hun afval gewoon van het balkon naar beneden gooien. ,,Hier?", vraagt mevrouw Verhaar met een gezicht vol ongeloof. ,,Nee, daar heb ik nooit iets van gemerkt. Eerlijk gezegd bemoei ik mij ook nauwelijks met de andere bewoners. Af en toe een praatje en dat is het wel zo’n beetje."
Wat ze wel even kwijt wil, is dat sommige bewoners tegenwoordig niet meer lijken te weten wat een bezem en emmer sop zijn. ,,Vroeger maakte ik mij daar druk om, tegenwoordig bespaar ik me de moeite. Kijk, ik erger mij als er troep in het trappenhuis ligt, maar dat hoeft niet voor iedereen te gelden. De energie die ik verspil met iedereen achter zijn vodden zitten, steek ik liever in het schoonmaken. Als ik mij even kwaad maak, heb ik de eerste en tweede verdieping eigenlijk ook zo geschrobd."
Mevrouw Verhaar wil in ieder geval nooit meer weg uit haar gezellige flat aan de Henriette Bosmansstraat. ,,Ik heb inderdaad wel gehoord van de sloopplannen, maar dat kan nog wel jaren duren. Ik zit mijn tijd wel uit, ik ben tenslotte ook niet meer de jongste. Want vergis je niet; mijn haar is geverfd, hoor. Anders ben ik zo grijs als een duif."
Kijkt ze niet stiekem uit naar een moderne flat waar in plaats van een kleine goederenlift die handmatig bediend moet worden, een echte personenlift zit? ,,Nee, hoor", zegt ze stellig. ,,Mijn flat is prima zo. Trouwens dat trappenlopen gaat nog hartstikke goed en dat zorgt ervoor dat ik niet stijf wordt. Ik wil niet weg hier. Ik ben niet zo ‘verhuisachtig’!"
Maar in de jaren vijftig kon je wat woningen betreft niet echt kieskeurig zijn. De oorlog had veel gebouwen verwoest, dus woonruimte was behoorlijk schaars. Voor mevrouw Verhaar die na de bruiloft met haar man noodgedwongen acht jaar bij haar ouders inwoonden, was de kleine flat een geschenk uit de hemel. ,,Ik verhuisde van een kleine kamer naar een driekamerflat. Ik wist niet wat mij overkwam. Nu klaagt iedereen dat deze flats veel te klein zijn. Ik wist in 1953 amper wat ik met zoveel ruimte aan moest."
Ze laat tijdens het gesprek diverse keren vallen hoe fijn ze het vindt in haar huisje. ,,Ik heb altijd met heel veel plezier hier gewoond, al zijn er veel dingen veranderd. Toen mijn dochter net geboren was, keek ik in de woonkamer uit over de weilanden. De kleine meid had vanuit haar box uitzicht op de koeien. ,Paardje, paardje’, riep ze dan. Het waren koeien, maar ze riep toentertijd ‘paardje’ bij elk dier wat ze zag", lacht mevrouw Verhaar.
Maar niet alleen de omgeving veranderde. Sommige buurtbewoners vinden dat deze van oorsprong nette flats door de jaren heen behoorlijk verloederd zijn. Er gaan zelfs geruchten dat er in de flat van mevrouw Verhaar een drugsdealer woont en dat er mensen zijn die hun afval gewoon van het balkon naar beneden gooien. ,,Hier?", vraagt mevrouw Verhaar met een gezicht vol ongeloof. ,,Nee, daar heb ik nooit iets van gemerkt. Eerlijk gezegd bemoei ik mij ook nauwelijks met de andere bewoners. Af en toe een praatje en dat is het wel zo’n beetje."
Wat ze wel even kwijt wil, is dat sommige bewoners tegenwoordig niet meer lijken te weten wat een bezem en emmer sop zijn. ,,Vroeger maakte ik mij daar druk om, tegenwoordig bespaar ik me de moeite. Kijk, ik erger mij als er troep in het trappenhuis ligt, maar dat hoeft niet voor iedereen te gelden. De energie die ik verspil met iedereen achter zijn vodden zitten, steek ik liever in het schoonmaken. Als ik mij even kwaad maak, heb ik de eerste en tweede verdieping eigenlijk ook zo geschrobd."
Mevrouw Verhaar wil in ieder geval nooit meer weg uit haar gezellige flat aan de Henriette Bosmansstraat. ,,Ik heb inderdaad wel gehoord van de sloopplannen, maar dat kan nog wel jaren duren. Ik zit mijn tijd wel uit, ik ben tenslotte ook niet meer de jongste. Want vergis je niet; mijn haar is geverfd, hoor. Anders ben ik zo grijs als een duif."
Kijkt ze niet stiekem uit naar een moderne flat waar in plaats van een kleine goederenlift die handmatig bediend moet worden, een echte personenlift zit? ,,Nee, hoor", zegt ze stellig. ,,Mijn flat is prima zo. Trouwens dat trappenlopen gaat nog hartstikke goed en dat zorgt ervoor dat ik niet stijf wordt. Ik wil niet weg hier. Ik ben niet zo ‘verhuisachtig’!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten